Wij zijn Jos & Marja

Our trips have been great experiences, which we want to share with you.

Canada I Newfoundland

Shediac:  19.05.2017

New Foundland

Welkom op New Foundland, stromende regen en harde wind, en dat om 7 uur ’s morgens. Eerst maar een stukje rijden.Een uur later is er een parkeer mogelijkheid. De regen is opgehouden maar het waait nog steeds hard.
Neus van de auto in de wind en dan staand in de luwte ontbijten.
We gaan weer op weg, verdwalen is hier zo goed als onmogelijk want er is maar een hoofdweg op het eiland. Hoe verder we rijden hoe beter het weer.
In New Foundland is het seizoen nog niet begonnen dus alle campings nog dicht. We gaan naar Corner Brook, overnachten in de Glynnmill Inn. Ook hier zijn ze nog niet echt op gasten ingesteld, restaurant en bar nog dicht. We checken rond de middag in en rijden langs de fjord naar zee bij Lark Harbour.
De volgende dag eerst kijken hoe de weersverwachting voor de komende dagen is. Op dit moment is die in het oosten nog goed en zal later in de week minder worden dus besluiten we eerst naar, voor ons, het verste punt te rijden. Twillingate, in de hoop daar ijsbergen voorbij te zien komen. Het is een flink stuk rijden dus op tijd weg.
Er is weinig verkeer dus we schieten goed op. Op eens maakt Jos een noodstop, ziet hij een eland staan. Ik probeer zo goed mogelijk vanuit de auto een foto te maken, maar dat beest staat met zijn achterwerk naar mij toe. Jos kan dat beter, stapt uit de auto, slaat de deur dicht, en de eland gaat er vandoor…..Rond koffie tijd zijn we zo’n anderhalf uur voor ons einddoel. Op een mooie plek met zicht op de nog dichtgevroren zee parkeren we op een doodlopend weggetje, langzaam verder en na een uurtje willen we ons middagmaal gaan koken… kooktoestel en koffiekan?.
Vergeten, we kijken elkaar aan, het is nog vroeg… doodlopende weg….goede kans dat het er nog staat. Dus terug. Dan is het altijd verder dan je denkt, maar na een klein uurtje zijn we daar en staat het stel gemoedelijk op ons te wachten…
In Twillingate overnachten we in de B&B Sunshine Inn, nieuw, modern en gezellig, waar we onze eigen gang kunnen gaan. Sinds een paar weken zwaaien hier twee zussen de scepter. Aan de achterkant kijken we uit op de noch dichtgevroren haven. De zon schijn en we besluiten wat rond te rijden in de buurt van het dorp.Op het hoogste punt zien we wat verder weg op zee een ijsberg. Jos maakt wat foto’s. Morgen hopen we er dan wat meer te zien als we bij het uitkijkpunt bij Crow Head zijn…..
De andere morgen, mist! En dat blijft de hele dag zo .
We rijden maar wat rond, gaan uit eten, versturen een kaart en gaan vroeg naar bed.Terug, richting zuid overnachten we in het slechtste motel van deze reis in Springdale.
De volgende stop is Rocky Haber, op de weg daar naar toe, tijdens ons dagelijkse koffie moment komt een man een praatje maken, over zijn depressie , de begrafenis van een vriendin waar hij op dit moment eigenlijk moet zijn maar dit niet aan kan…
We tonen begrip en gaan zo snel mogelijk verder. In Rocky Haber is het weer een stuk beter, vooral zonniger, dan in het oosten. We rijden eerst aan de zuid kant van de fjord naar Trout River , daar lunchen aan een meertje, op de terugweg koffiedrinken op het verlaten recreatie park bij Lomond. Naar ons hotel waar we een kamer hebben direkt aan de haven met blik op een mooie zonsondergang.
De tweede dag rijden we langs de Saint Laurencebaai naar het noorden en terug, zien een kleine kudde kariboes, en maken een wandeling in het natuurpark Gros Morne. Als we teruglopen horen we een bekend zoemend geluid. Drone! O, zegt Jos, zo’n ding heb ik ook bij mij en er de hele reis nog niet aan gedacht….
Je kunt wel na gaan wat we toen gingen doen.
Het bevalt ons goed in Hotel Rocky Haber zodat we er een dag langer blijven. We bezoeken de vuurtoren en rijden naar Norris Point en voor de lunch rijden we weer naar Lomond. Weer een noodstop, ziet Jos een beer aan de kant van de weg. Dit keer had hij meer geluk en liet het beest zich eerst nog fotograferen voor hij tussen de bomen verdween.
Zondagmorgen gaat het dan in alle rust weer richting boot. We nemen kleine weggetjes langs de kust die steeds weer met een boog op de grote weg uitkomen.
Veel te vroeg zijn we dan weer bij de haven en wachten geduldig tot we op de boot kunnen die ons vannacht weer naar het vaste land brengt.

Canada I Province Quebec

Quebec:  22.05.2017

Van Sydney naar Québec

De nachtboot brengt ons weer terug naar Sydney.

We gaan de zelfde weg terug tot Truro en dan aan de oost kant van New Brunswick naar het noorden. Het is een lange rit, het weer wordt er niet beter op en in de stromende regen komen we aan in Shediac. Hier gaan we dus maar op zoek naar een hotel, overnachten in een mooi oud hotel, het Tait House, maar met moderne luxe kamers. Het weer klaart op en de volgende dag rijden we tot Bathurst. Hier doen we de was in een mooie, net geopende laundry, een kilometer verder is een camping, ook net een dag open, en bij een mager zonnetje slaan we ons kamp op. Het is toch steeds weer fijn na een tijd in hotels te hebben geslapen nu weer in onze auto te kunnen overnachten.

Het heeft de laatste weken, zoals wij ook meegekregen hebben, veel geregend aan de oostkant van Canada. Vooral de provincie Québec heeft veel overlast ondervonden. We gaan verder naar het noorden, steken bij Campbelton het water over en gaan richting het Nationaal park Gaspesie.

Waar wij links af moeten, net voor de rivier richting noord, is de doorgaande weg afgesloten. De brug is niet meer begaanbaar omdat de zware regenval van afgelopen week een aantal pijlers heeft verschoven.

De hele weg langs de rivier zien we de schade die de overstroming heeft aangericht, ze zijn nog druk bezig met repareren en opruimen. Een paar dagen eerder en we hadden hier niet langs gekund. Ook in het park, op een plek aan de rivier waar we even pauze houden is een brug verzakt.

Aan het eind van de middag komen we dan aan bij de Saint Lawrence baai en gaan opzoek naar een camping. Er zijn er een paar, maar bij de eerste sta je direct tussen straat en water en vol in de wind, de volgende is nog niet geopend.

Een paar kilometer verder staat een bord met chalets-camping,  proberen dus. We rijden er naar binnen komen bij een gebouw waar twee mannen staan te praten. Wij vragen of we hier kunnen overnachten we zien namelijk geen plekken.

We zijn in de provincie Québec en daar spreken ze Frans, en dus geen woord Engels. Bij ons is dit andersom…

Maar met handen en voeten en drie woorden Frans blijkt dat we hier, wat wij dachten dat de tuin was, konden staan. In het gebouw, waar een van de mannen woont, is het sanitair en zelf een kleine ruimte met tafel en stoel waar we kunnen zitten, eten enz.

Ook mooi, want buiten is het nog steeds erg fris en hier brand de verwarming. Als we ’s avonds wat rond lopen ontdekken we dat er een heel  Adventure park is met kletter tuin. Allemaal niet meer in gebruik lijkt het.

De volgende morgen komt er een jonge dame naar ons toe en begint in het Engels tegen ons te spreken. De dochter van de eigenaar, we hebben een heel leuk gesprek, vertellen over onze reis en zo. Het blijkt dat vader best wel nieuwsgierig naar ons was en haar dus op ons af stuurde. Het park moesten ze een paar jaar geleden sluiten omdat het niet meer rendabel was. Nu komt er af en toe nog iemand.

De volgende dag rijden we verder langs het water naar Matane waar we de veerboot nemen naar de noordkant van de St. Lawrence baai. Als we op de boot zijn begint het te onweren, we hebben internet en omdat we aan het begin van de avond aankomen in Baie-Comeau boeken we een hotel. Maar goed ook, als we van de boot rijden stortregent het.

In het Hotel Manoir Baie-Comeau drinken we een cocktail en kletsen met de barkeeper die 10 jaar geleden uit Nepal naar hier kwam en echt niet terug wil.

In dit deel van de St. Lawrence baai is de kans groot dat je walvissen ziet. Althans dit staat op borden langs de weg, gegarandeerd ook nog! En dat moeten wij geloven?

Al die jaren, de hele kust van Zuid- tot Noord Amerika langs gereden, en altijd op de verkeerde tijd daar waar ze te zien zijn, en dan zal het nu wel lukken?

Camping Paradis Marin zegt het ook, ze zijn ook net open en er is dus volop plek. De dame stuurt ons naar, wat zij zegt, de mooiste plekken, vlak aan het water. Zoek er maar een uit, en we vinden er een. Ook het weer is ons goed gezind en we genieten van de zon.
Aan het eind van de dag zitten we al een heel tijdje op de rotsen aan het water en opeens ziet Jos links van ons wat uit het water springen, en nog een keer. een tijdje niets, en dan opeen rechts van ons nog een paar keer. Warempel, ze hebben gelijk, eindelijk walvissen gezien!

Omdat het er zo fijn is blijven we nog een dag, rijden wat rond en aan het eind van de dag, wij weer zitten….. niets.

Gaan naar onze auto, en ineens roept iemand, kijk links, een kleine groep witte walvissen!

Nu we dit gezien hebben kunnen we wel weer verder gaan.

We rijden langs de Saguenay River land inwaarts, maken een wandeling in een NP naar de kant van de rivier. Als het lunchtijd is zoeken we een plek om te koken. Dat is niet altijd makkelijk omdat geen parkeer of recreatie plekken zijn. We vinden een plek vlak bij de weg. Iets verder staan een paar huizen. Kinderen spelen daar en komen, met een omweg, langs ons gelopen.

Als we bijna klaar zijn komt er een auto aangereden, stopt, en een man doet het raam naar beneden en begint, op zijn Frans natuurlijk, tegen ons te keer te gaan. Dit is geen camping en zo, en weet ik wat nog meer, zoveel begrijpen we er ook wel van. Niet dat dit nou zo’n mooie plek is om te staan….. In al die jaren dat we onderweg zijn is dit de eerste keer dat er iemand tegen ons te keer gaat. Franse afstammelingen, zeggen we tegen elkaar, tja…..

We zeggen vriendelijk, op zijn Engels, dat we alleen even eten en dan echt niet hier willen blijven..

We vinden een plek op de camping ” De tuin van mijn vader” in La Baie.

De volgende dag onze voorraden maar weer eens aanvullen en richting Québec.

Eigenlijk willen we nog een tussenstop maken, maar de omgeving is er niet naar. Geen campings en we zijn op hoogte, dus koud.

We rijden door tot Québec waar we aan de rand van de stad een fijne camping vinden met goede WiFi. Voor het eerst zitten we ’s avond op de voorstoelen, iPad op het dashboard, een film te kijken. Af en toe de verwarming aan en op tijd naar bed.

Canada I Quebec/Montreal

Montreal:  27.05.2017

Québec – Montreal

We rijden naar de historische stadskern van Québec en parkeren aan de rand.

Te voet gaan we het mooie oude centrum in.

Er zijn veel groepen scholieren onderweg, die waarschijnlijk de historie van hun land uitgelegd krijgen. We komen op een pleintje met een terrasje, eindelijk, het eerste deze vakantie, en genieten van een goede cappuccino. Gaan met de lift de heuvel op en genieten van het uitzicht. We vinden een leuk en zeer goed restaurantje. Na de lunch rijden we langs de baai eigenlijk in de verkeerde richting. Wat verderop is een NP met een camping die ons wel leuk lijkt, en dat is zo. Weer een mooie plek, in het bos en verder niemand.

De volgende dag nemen we de weg langs de kust richting Montreal, als we net onderweg zijn staat er langs de kant een politie auto, wat verder zit hij achter ons en geeft Jos een stop teken. Nu zijn we al voor het vierde jaar onderweg en het is pas de tweede keer dat we door een politie worden gestopt.

Raampje naar beneden en een leuke jonge man komt naar ons toe en zegt als eerste dat er niets aan de hand is maar dat hij een vraag heeft… jullie rijden hier met een buitenlandse auto, moeten jullie hier ook wegen belasting betalen? Want hier in Québec hebben ze voor zowat alles een belasting….

Wij vertellen dat we hier te gast zijn en niets hoeven te betalen, dat dat eigenlijk overal zo is als je als buitenlander onderweg bent.

Hij bedankt ons voor de informatie, zegt dat hij weer wat wijzer is geworden en wenst een een fijne tijd in Canada.

We rijden tot Trois-Rivières, zoeken een camping en vinden een plek op camping Lac Saint Michel, ook hier ontwaken ze net uit hun winterslaap.

Dit wordt onze laatste nacht in de auto. De volgende morgen doen we de was en maken de auto schoon. Nu op naar Montreal, hier hebben we een kamer geboekt in B&B Le Terra Nostra. Hier komen we in de namiddag aan, worden vriendelijk ontvangen en krijgen direct een geroutineerde uitleg over wat er alzo allemaal in Montreal de doen en te bekijken is. Dat doen we dan wel morgen, nu eerst uitrusten, daarna nog een kleine wandeling langs de rivier en naar bed.

De volgende morgen brengen we eerst de auto weg naar het bedrijf waar hij de komende maanden mag blijven. Met de metro gaan we naar het centrum. Ook hier mooie oude gebouwen maar wat minder dan in Québec. Het regent een beetje  en dan is het ook wat minder leuk. Dan maar een museum in waar een mooie tentoonstelling over Afrika is. Ook hier weer goed gegeten en met de metro terug.

 

Onze laatste dag begint met een bericht dat onze vlucht vertraagd is. Hij zou aan het eind van de middag gaan. We gaan op de fiets een paar kilometer langs de rivier. Het is een mooie zondag en er zijn veel mensen in het park die sporten, wandelen enz.

Als we rond de middag terug zijn bij onze B&B blijkt dat er nog steeds geen nieuwe vertrektijd voor onze vlucht is. Aangezien we wel wat vlieg ervaring hebben kijkt Jos eens op internet hoe het met andere vluchten vanaf Montreal is. Het blijkt dat Air France vanmiddag ook vliegt. Weet je wat zegt Jos, we nu naar het vliegveld en proberen om te boeken. Op internet bleek dat ons vliegtuig zelfs nog niet uit Amsterdam was vertrokken, wat betekende dat naar onze menig er vandaag geen terugvlucht meer zou zijn. Zo gezegd zo gedaan, wij naar de Air France balie, uitgelegd, de jonge man duikt in de computer, loopt naar achteren en komt terug met onze boarding kaarten, via Parijs naar Berlijn, en dat zonder bijbetalen . Wij blij, als we uiteindelijk instappen is het KLM vliegtuig net uit Amsterdam vertrokken naar Montreal. Als we daar op hadden moeten wachten waren we minstens 10 uur later….

Uiteindelijk zijn we de andere morgen nog 10 minuten eerder in Berlijn dan met KLM.

Midden april toen we uit Baltimore vertrokken kwamen net de eerste blaadjes aan de bomen, hoe verder we naar het noorden gingen was de lente daar nog net niet aangekomen. In New Foundland haalden we de winter weer in.

Eind mei in Montreal was dan de lente ook in Montreal aangekomen.

In oktober gaan Jos en Jochem de auto van Montreal naar Edmonton rijden

Canada I Montreal > Edmonton


Entwistle : 29.10.2017

Van Montreal naar Edmonton.

Jochem en ik zijn in oktober 3 weken naar Canada geweest en hebben de Defender van de oostkust naar het westen van Canada gebracht

Op 10 oktober zijn we naar Montreal gevlogen, we hadden een hotel geboekt in de buurt van de stalling waar we de volgende morgen de auto hebben opgehaald, nadat we de nodige proviand hadden ingekocht vertrokken we richting Ottawa. Net buiten Montreal hoorden we een hard gesis, we controleerden de banden maar het bleek geen lekke band te zijn, we reden verder maar het begon toch wel te stinken in de auto, bij een winkelcentrum gestopt en het bleek dat de accu’s waren geëxplodeerd en het accu zuur er was uitgelopen, na de zaak te hebben schoon gemaakt bleek de auto niet meer te starten.

een vriendelijke Canadees heeft ons geholpen de auto weer aan de praat te krijgen. 

We besloten direkt naar Ottawa te rijden en onderweg niet te stoppen en daar op zoek gaan naar een Battery Store die we toen ook nog toevallig direkt tegen kwamen toen we de stad in reden.

een jong echtpaar heeft ons daar erg goed geholpen, het bleek dat de mensen van de stalling onze lege accu’s  met te veel stroom te snel hadden opgeladen.

Met een nieuwe accu konden we daarna op zoek gaan naar een motel. De volgende morgen hebben we nog het centrum van Ottawa bezocht maar het was er nog erg koud en zijn dan ook later op die dag doorgereden naar Pembroke, onderweg hebben we langs de Ottawa rivier kunnen genieten van de „Indian Summer“.

We hadden al uitgerekend dat we goed moesten doorrijden om die knap vier duizend kilometer binnen ons tijdschema af te leggen. We reden dan ook elke dag circa 300 kilometer, de dag begon met een eigen ontbijt in de auto of op de kamer, Jochem wou in het begin nog wel graag zijn ochtend eitje. Om 10 uur werd er dan onderweg koffie gezet en tussen de middag werd er gekookt waarbij ik dan een wijntje kon drinken omdat Jochem daarna verder reed, tegen de avond zochten we dan weer een motel. 

De provincie Ontario is erg bebost en in deze tijd van het jaar heel kleurrijk, Jochem vond het wel erg veel bos en water en mopperde dan ook dat ik daar dan ook nog elke keer weer foto’s van moest maken, maar voor het middag eten zochten we wel steeds een mooi plekje op in het bos en aan het water.

We reden langs de grote Canadese meren via North Bay, Sudbury (met nikkel mijnen), Sault Ste. Marie, Wawa, Nipigon (met een mooie Canyon) en Thunder Bay.

op een gegeven moment had Jochem genoeg bossen en meren gezien en wilde hij in de steden musea ed. bezoeken, dus In Thunder Bay naar een museum (was meer een indoor pretpark) en s’middags nog naar het historisch fort William (die al gesloten was voor het seizoen).

Het werd onderweg steeds kouder, de winter was op komst, de kleurrijke „Indian Summer“ veranderde langzaam in een geel landschap. op zo’n koud weer was ik niet ingesteld en heb dan nog een mooie nieuwe winterjas van „Canadian Goose“ aangeschaft.

Onderweg bedacht ik me ineens dat we vorig jaar in Zuid-Amerika een probleem hadden met het koelwater systeem en dat het in het regenwoud van Ecuador is gerepareerd (daar kennen ze geen koelwater met antivries). Wij dus op zoek naar een garage om het koelwater te vervangen maar het bleek moeilijk om er een te vinden die ons direct kon helpen, alle auto’s in Canada moesten worden geprepareerd voor de winter.

In Winnipeg konden ze ons bij een Landrover garage eerst na het weekend helpen maar dat was voor ons te laat, wel hebben ze voor ons een afspraak gemaakt bij een Landrover garage in Saskatoon de hoofdstad van Saskatchewan.

Winnipeg is wel een aardige stad en we konden er dan ook nog een extra dag blijven, dat paste Jochem wel, dus weer op zoek naar een museum. Het historisch museum is goed opgezet, met een uitgebreide presentatie van het indiaanse geschiedenis, het landschap, de dierenwereld maar in het bijzonder van het ontstaan van de pelshandel en de „Hudson Bay Company“.

Tot aan Winnipeg bleef het bossen en meren, bij het plaatsje „Portage la Prairie“ veranderde het landschap in vlakke landbouw gronden. De komende dagen rijden we dus door een redelijk eentonig maar wijds landschap. 

Inmiddels hebben we ook contact gehad met Henry de Groot, een neef van Marja, die in Entwistle woont, circa 100 km ten westen van Edmonton.  Henry en familie wonen buitenaf op een boerderij. Onze auto mag bij de familie in de stalling, Jochem en ik blijven er een paar dagen en helpen een dag op de boerderij.  Marja zal volgend jaar wanneer we in juni de reis voortzetten wat meer vertellen over haar familie in Canada.

Canada I Alberta

Dawson Creek: 26.06.2018

Donderdag 14 juni landen we op de minuut in Edmonton.

Neef Henry staat ons op te wachten. Een weerzien na 50 jaar! Tijd vergaat…

We rijden naar zijn farm in Entwistle en worden hartelijk ontvangen door zijn vrouw Laurie.

Een deel van hun huis was een oude kerk die ze voor 1 dollard hebben gekocht en daarna in zijn geheel hier naar toe hebben gebracht. Ze fokken paarden, hebben een grote groente tuin en heel veel gras dat elke week gemaaid moet worden. Henry is kunstenaar en maakt geweldige realistische tekeningen en schilderijen, zgn. Western Art. (Google Henry de Groot Canada en je vindt zijn werk op internet

 

De volgende dag gaan we eerst de auto ophalen die bij hun zoon Cody in de garage staat. 

De rest van de tijd brengen we door met boodschappen doen, helpen het brandhout voor de komende winter klein maken, de omgeving wat bekijken en op zaterdag avond gaan we met zijn allen naar de jaarlijkse ” Pig roast” georganiseerd in het buurthuis. Buurt is hier een ruim begrip omdat de huizen ver uit elkaar staan. Maandagmorgen vertrekken wij naar NP Jasper. We lunchen aan een meertje en dan naar de camping. De volgende dag rijden we naar het Magline lake, en bekijken de Canyon. We overnachten op een andere camping bij Jasper.

 

Aan de Icefields Parkway bekijken we elke waterval, gletschers, meren en uitkijkpunten te midden van horden toeristen, ja het hoogseizoen is begonnen, tot we bij Lake Louise zijn. Parkeerplaats vol. We proberen de eerste camping, vol, de volgende, vol, daarna…..

Moeten we verder naar Banff waar de campings zo groot zijn dat er plek is. Banff is natuurlijk super toeristisch maar wel gezellig. We vullen onze kleding wat aan, gaan uit eten, rijden wat rond en als we aan het eind van de middag terug zijn begint het te regenen. We liggen dus weer eens vroeg in bed.

De volgende morgen gaan we verder, rijden Calgary voorbij verder naar het oosten naar het Unesco Dinosaur Provinciel Park. De grootste vindplaats van Dino’s ter wereld. Het is er heet en we hebben geluk dat we de laatste beschikbare plek op de camping krijgen. Aan het eind van de middag rijden we een ronde door het park. Het is te heet om te wandelen, wel bekijken wat dino resten. ’s Avonds begint het een beetje te regenen ( gelukkig, nu wat minder warm) . De volgende dag beginnen we met foto’s bij het uitzichtpunt. Het bijzondere landschap hier langs de rivier wordt de Bad lands genoemd .

We gaan op weg naar Drumheller, voor we daar komen bekijken we nog de resten van een oude kolenmijn. Net buiten de stad is het Royal Tyrrell Museum met een geweldige  collectie  fossielen en skeletten. Een van de mooiste museums die we gezien hebben. Rond 2 uur vertrekken we weer richting familie  de Groot.

Henry had oorspronkelijk de bedoeling in 1 dag op en neer te gaan met ons naar dit museum dus hadden wij in ons achterhoofd dat de afstand niet te groot was. Maar dit is Canada en de wegen zijn kaarsrecht en heeeeel lang. We hadden nog 5 uur nodig om weer in Entwistle te komen. Blij dat we dit niet op 1 dag hebben gedaan!

Die avond waren we bij een gezellig samenzijn bij hun buren, het huis van de buren is het huis waar oom Jan begon met boeren nadat de bakkerij verkocht had.

We hebben problemen met de compressor. Bij de vorige reis is de accu ontploft en Jos komt tot de ontdekking dat het zuur de leidingen van de compressor heeft aangevreten. Maandag met de auto naar de garage waar ze gespecialiseerd zijn in grote vrachtwagens, die gebruiken ook luchtdruk, en ze vinden 5 kapotte leidingen.

We gaan op bezoek bij Gordie een jongere broer van Henry, hij is bezig een nieuw huis te bouwen en bijna klaar. Hij zegt mij nog te kennen van toen hij als kleine jongen op bezoek was in Nederland, maar ik kan me dat niet meer herinneren.

Elke middag om 5 uur is het na een dag hard werken op de farm, happy hour rond de vuurkorf. Onze laatste avond sluiten we af met hotdogs en een drankje.

Henry, Laurie en Cody het was geweldig om jullie (weer) te zien en bedankt voor de gastvrijheid en fijne dagen!

Nu op naar Alaska! Het weer is nog goed. In Entwistle wachten ze al weken op regen!  Nou die krijgen wij dan ook onderweg maar wel 200 km noordelijker. Onze eerste overnachting plannen we in de buurt van Dawson Creek. Koude noorder wind en regen, niet bepaald camping weer. Het wordt dus een hotel, met internet, zodat we nu mooi onze website kunnen bijwerken.

 

 

Canada I Yukon North

Dawson City : 08.07.2018

Over de weg van Dawson Creek, waar de Alaska Highway begint, naar Fort Nelson kun je maar een ding zeggen, hij is gelukkig niet kaarsrecht, de bochten zijn de high light op deze route.

Overnachten in Fort Nelson op een RV kamp. Verder naar het noorden wordt de weg een stuk interessanter, hier beginnen de Rocky Mountains. De Summiteit Pass is met 1207 m het hoogste punt op de Alaska Hwy. We overnachten aan het Munch Lake.

De andere morgen maar een klein stukje verder naar het Liard Prov.Park. Hier zijn hotsprings, in de reisgids stond dat als je daar op de camping een plekje wilt er ’s morgens vroeg bij moet zijn. Dat zijn we, er zijn nog een paar plekken vrij. We drinken de 10 uur koffie op onze plek, lekker in de zon. We blijven hier 2 nachten, dalen ’s morgens en ‘ s avonds af in het hete water en gaan daarna herboren verder op de Alaska Hyw. Op de eerste 100 km na de hotsprings zien we 5 beren de dagen er na geen een meer. De weg zou je eentonig kunnen noemen. Weidse landschappen met bergen, bossen, meren en rivieren. Maar het is toch steeds weer boeiend. Het stadje Watson Lake heeft maar een bezienswaardigheid en dat is het “Schildenbos” van over de hele wereld laten mensen hier een aandenken aan hun thuis achter. Nederlanders schijnen daar niet zo een behoefte aan te hebben. Ze zijn duidelijk in de minderheid. Omdat we na een paar dagen ” van de wereld” zijn geweest slapen we in een hotel. Het internet en de telefoon brengt ons weer even in contact met de familie.

In Teslin bekijken we een kleine tentoonstelling over de 5 indiaanse stammen die zich aan het gelijknamige meer vestigden nadat ze van de kust verdreven werden. Een oorspronkelijke bewoonster laat zien hoe producten uit de natuur worden gebruikt in het dagelijkse leven. Overnachten op de camping aan het gelijknamige meer.

Op naar Altlin waar we de volgende stop plannen, maar de camping is een parkeerplaats vol in de wind, wel direct aan het meer maar voor ons niet geschikt.

Over het grote Lake Altlin heb je een gewelde blik op de bergen.  We moeten dezelfde weg terug dus gaan we naar een camping aan het begin van de weg.

De natuur camping is een grote zwarte zandbak, en royal bezocht door muggen. We liggen vroeg in bed en de andere morgen vroeg weer weg. We ontbijten aan het meer.

In Whitehorse eerst maar een plek op een camping gezocht en daarna een duik in de civilisatie. Eten, drank, muggen tent, muggen jasjes, beer spray en reparatie materiaal gekocht. Ook weer nieuwe schoenen  voor Jos, die uit Jasper waren toch wat te klein… dan voor mij nog wat nieuwe sportieve kleding om niet achter te blijven. Op de camping treffen we een fotograaf die net terug komt van de Dempster hyw. Moeten wij ook beslist doen!
Niet de hele weg maar tot een klein stukje tundra is ver genoeg. 
Dat doen we dus maar. Vandaag is tot Moos Creek ver genoeg. We gaan de camping op, stappen uit, en worden aangevallen door de muggen. We zijn daar op voorbereid gezien het vorige. Maar dit is te erg, te kunt niet eens mugvrij in de auto stappen.

Een stukje terug is een lodge. Jos daar heen vragen of er plaats is. Nu zitten we op een kleine veranda voor onze hut, hier ook een paar muggen maar daarvoor is de spray genoeg.

De Lodge wordt gerund door een Zwitsers echtpaar, de zomer maanden komt een zus en zwager hun helpen. Dit is weer zo’n geval van er moet eigenlijk geïnvesteerd worden maar het geld ontbreekt, het zal hun tijd wel uitzingen maar daarna is het waarschijnlijk einde verhaal. Of het toerisme moet zo toenemen dat het voor een opvolger weer rendabel wordt.

Na een goed ontbijt op weg naar de Dempster hwy. We gooien de tankt goed vol en gaan tot de camping boven op de North Fork Pass in het Tombstone Park.Bezoeken het info centrum en lopen een kleine trail vanaf de camping.

We gaan opweg, niet tot het eind bij Inuvik want dat is 740 km. Wij vinden de eerste 250 km ver genoeg. Bergen, toendra, rivieren en meren … mooi

Op de terugweg worden we aangehouden door mensen met een lekke band. Ze hebben zelf niet de goede sleutel bij zich om de bouten los te draaien. Hebben wij misschien….. Jawel, we zijn goed voorzien en de passende sleutel is er bij. We laten een gelukkig stel mensen achter want de dichts bijzijn plaats is Dawson, zo’n 250 km verder.

Dawson City is ontstaan doordat er goud werd gevonden. De restanten zijn nog duidelijk aanwezig. Alle riviertjes en beken zijn omgezet. Nu nog wordt er actief naar goud gezocht. Het stadje zelf is een toeristische attractie. Navenant vol is het er.

We krijgen met moeite een plekje op een camping die bestaat uit een grote parkeerplaats. Het waait er zo verschrikkelijk en het is zo stoffig dat het onmogelijk is daar te staan. We doen de was en eten. Omdat we ook internet hebben gaan we toch maar eens kijken of er nog een hotelkamer te vinden is. Het zijn er niet veel maar 1 is genoeg.   

We boeken gauw, wassen nog snel de auto en gaan het stadje in. De supermarkt is goed voorzien en we slaan dus weer voor een paar dagen in. Het hotel is prima en heeft een leuke bar waar ’s avond een pianist zeer temperamentvol de piano bespeeld.

Canada I Yukon

Quesnel : 02.08.2018

We moeten dezelfde weg weer nemen als op de heenweg, dus van Whitehorse terug naar Watson Lake.

Nu doen we dat in 1 dag. Net voor de afslag naar het zuiden, 20 km voor  Watson Lake overnachten we. Mooi vroeg op en dan om goed 8 uur, nemen we weg 37, de Cassiar  Hwy, naar het zuiden. Een mooie weg die met het profiel van het landschap op en neer gaat.

Nog voor 10 uur, koffie drinken tijd, zijn we bij het Boya Lake, ons aanbevolen door de “berendame” in Haines. De net vrijgekomen plekken op de camping liggen er mooi aangeharkt bij. We schieten plek 17 direct aan het water in en onder het drinken van een lekkere espresso kijken we elkaar aan en denken allebei het zelfde. Zo’n plek krijg je niet altijd, dus waarom niet een paar nachten blijven?  Jos is verkouden en kan zo mooi wat uitzieken

Het volgende doel is het plaatsje Stewart aan de kust. We overnachten eerst nog bij het Tatogga Lake Resort, een aanbeveling in de reisgids. Als we ons melden in het restaurant vraagt de eigenaar waarom we niet verder rijden, kan makkelijk, is nog maar net lunchtijd. We zeggen dat we er genoeg van hebben voor vandaag en graag hier willen blijven. Nou zoekt maar een plek… Dat doen we maar we begrijpen wel zijn reactie. De camping ligt er totaal onverzorgd bij en aan gratis kano’s aan het meer zijn er ook niet meer.

Toch blijven we, lunchen, en maken graag gebruik van het internet wat het wel weer redelijk doet voor deze afgelegen plek. Ik heb maar een email gestuurd aan de reisgids redactie dat ze deze aanbeveling moeten schrappen in de volgende editie

De volgende morgen weer lekker vroeg op weg, het is al een paar weken behoorlijk warm, dus hoe eerder we over zijn hoe liever. Een ander voordeel is dat je altijd op tijd bij een camping bent en er dan nog volop plek is. Zo ook in Stewart. We vragen om een mooie schaduw plek, een mooi hoekje onder de bomen waar geen Amerikaanse camper in past maar wel een Defender is dan voor ons. s’ Middags  de grens over naar het dorpje Hyder in Alaska wat alleen maar via Stewart te bereiken is, zonder Amerikaanse douane formaliteiten. Hier is de beroemde plek waar de beren de zalmen uit de rivier vangen.

De zalmen zijn er nu maar de beren?..Dus terug, maar als je Canada weer in wilt moet je wel je paspoort laten zien en dat terwijl je hier geen andere kant op kunt…

De komende twee dagen gaan we wat grotere afstanden rijden om een minder interessant stuk te overbruggen.

In het dorpje Houston rijden we de camping op en worden heel enthousiast in het Duits verwelkomt, “Berliner hier!”

De eigenaar is geboren Duitser, als 10 jarig jongetje naar Canada geëmigreerd, heeft dan eind jaren 80 zes jaar in Berlijn gewoond om zijn beroeps opleiding te doen. Maar uiteindelijk toch besloten terug te gaan. Het was dus leuk even bijpraten. Nu zijn we in het stadje Quesnel, hotel om de  website weer bij te werken . Vanaf morgen gaan we het weer rustiger aan doen.

Canada I British Colombia

Summerland: 12.08.2018

We zijn in het zuidelijk deel van de deelstaat British Columbia, of te wel BC, en dat betekend terug in de bewoonde wereld. We willen het wat rustig aan doen maar we rijden op een hoofdweg en daar moet je wel met de stroom mee. 100 km is dan de norm en vooral voor een Defender is dat best hard.

We zijn blij als we na 200 km een andere weg nemen. Hier is het wat rustiger maar niet helemaal. Het is vrijdag en er staat een lang weekend voor de deur. Maandag is BC dag. Er zijn dus heel veel mensen onderweg. We komen op een klein resort waar ze nog wel een plekje voor ons hebben direkt aan het meer, dat wel. Maar de auto wel zo neer zetten dat we het uitzicht van de boven ons staande cabin niet beperken.. Dan wordt het echt gezellig want een familie heeft alle huisjes afgehuurd en er komen de nodige tenten en caravans voor een familie reünie, wij maken het ons ook gezellig met onze eigen cocktailbar, voor ons is een familiefeest natuurlijk geen probleem, gewend aan grote familie bijeenkomsten…. Als ik ga betalen is dit zo ongeveer de duurste plek tot nu toe en dat voor een “plumsklo” en geen douches…

Zondags gaan we verder en komen op de weg nr 1, ook zo druk met toeristen. Maandag dan zo snel mogelijk richting wat minder druk. Weg 31 naar het zuiden is gedeeltelijk nog onverhard dus dan valt veel verkeer af.

Ons eerste kopje koffie drinken we weer in de natuur, zoveel natuur dat er op 50 meter van ons opeens een beer de weg oversteekt. Even vergeten dat het berenland is hier…. Begin van de middag vinden we een plek op een natuur camping aan het Duncan Lake. Fijn die rust!

Een klein stukje verder, In het stadje Kaslo vullen we onze voorraad weer aan en zo’n 20 km verder op een kleine camping aan het hele grote Kootenay Lake rusten we een paar dagje uit.

Al een paar dagen is het zicht beperkt en dat komt omdat er veel rook in de lucht is vanwege de vele bosbranden. We wilden dat eerst niet geloven maar het werd ons een paar keer bevestigd dus nemen we het nu maar aan als waar.

We moeten toch verder, we slapen nog een keer op een natuur camping en een stadscamping in Vernon.

Dan gunnen we ons een paar dage vakantie in een mooi hotel in Summerland. Midden in het Canadese wijn en fruit gebied. We proeven de eerste wijnen, zijn nog niet al te enthousiast, bij het tweede wijnhuis zijn ze een stuk beter. Bij het derde willen we lunchen en proeven maar daar is het zo vol dat alleen Jos er een paar proeft. Terug naar het vorige wijngoed waar ze ook een goed restaurant hebben. We moeten even wachten maar daarna hadden we een uitstekende late lunch…

Nu zit ik op ons balkonnetje met blik ( hoewel beperkt want er hangt nog meer rook in de lucht dan gisteren) op het meer, na heerlijk geslapen te hebben in een bed dat dubbel zo groot is als onze auto.

Vancouver : 24.08.2018

Maandagmorgen vertrekken we weer, het zicht is nog slechter. Er zijn dit jaar weer veel bosbranden in BC momenteel zijn er ongeveer 50, BC is vast heel mooi maar we zien er weinig van vanwege de rook. We hebben voor ons doen een lange rit voor de boeg, het gaat over de snelweg naar Vancouver- Horseshoe Bay en we moeten erg wennen aan de snelheid. Bij Vancouver komen we in de eerste file sinds weken… Eind van de middag zijn we er, checken in in het motel en gaan kijken bij de haven waar de Ferry vertrekt naar Vancouver Island. Bootjes kijken is altijd leuk. Om 8.45 de volgende morgen zitten we dan op de Ferry. Ander half uur later zijn we in Nanaimo. Eerst boodschappen doen voor de komende 4 dagen dan richting Victoria. Er is maar 1 weg hier dus met een flinke vaart gaat het zuidwaarts. Als we halverwege zijn gooit Jos het stuur bij en zegt; moeten we eigenlijk naar een stad?

Nee dus, de natuur in lijkt ons leuker. Neef Wibe, die we over een paar dagen zien, had wat vertelt over een mooi meer hier. Kijken op de kaart, ja groot meer. Dan daar naar toe. We komen bij een grote NP camping waar natuurlijk een “full” bordje staat. Maar na enig aandringen hebben ze nog een plekje voor een nacht.Het is een echte familie camping en we hebben in weken niet zo veel kinderen gezien. Naast onze plek is het crossbaantje en de speeltuin. Kunnen we vast weer aan ze wennen… Bij het bekijken op de kaart is dit wel een ander meer maar minsten zo mooi.

Als we de kaart bestuderen blijkt dat we binnendoor kunnen naar de westkust. Wel over gravelwegen maar daar zijn wij niet bang voor. Zo gezegd zo gedaan. Een mooie route door de bossen, geregeld komen ons vrachtwagens tegen met boomstammen want bosbouw is hier een groot ding. Gelukkig zijn er af en toe natuurparken waar het oerbos nog aanwezig is.

We komen in Port Alberni en zien rook opstijgen. Wij kijken en zien een beginnende bosbrand, een helikopter is al aan het blussen. Op de terugweg gaan we nog even kijken en zien dat het gelukkig bij een klein stuk is gebleven. We gaan naar de westkust, hier is het nevel van zee die het zicht beperkt en het is fris. Het is hier behoorlijk toeristisch, ze komen allemaal om walvissen en orka’s te bekijken. Onder hen ook vele Nederlanders die we eigenlijk alleen in BC tegen tomen en niet in de rest van Canada.

De campings zijn dus ook vol maar bij de golfbaan is nog een plek. Nu weer richting Nanaimo, bekijken het oerbos waar wij toeristen in drommen een rondje lopen. We overnachten nog een keer op een hele kleine camping waar we ook weer de laatste plek krijgen en gaan de volgende morgen naar de Ferry die ons terug naar Vancouver brengt. Direct door naar ons hotel, dan de was doen in de  laundry er tegenover. Fris en schoon gaan we dan naar de tennisclub waar we de familie Wibe Wagemans treffen. Ze wonen net over de grens in Seattle en zijn hier voor een squash toernooi. Dochter Elena behaald de eerste plaats, de mannen Wagemans liggen er in de kwartfinale al uit. We hebben een hele gezellige avond met goed eten en een heel mooi uitzicht op Down Town.

Zondagmorgen de stad weer uit langs de kust naar Whistler. Nog steeds is het zicht beperkt en zien we niets van de mooie weg. In Whistler waren in 2010 de Olympische Winterspelen en is in de zomer  mountainbike paradijs. Het is er druk, zelfs de kleinste kinderen crossen je voorbij. De tweede dag wordt het helderder en zien we wat van de omliggende bergen. We huren een kajak, roeien het meer rond, en terug op de camping halen we de spullen van het dak want morgen gaan we terug naar Vancouver om de auto af te geven. De jerrycans hadden we er ’s morgens al afgehaald en bij het recycling station afgegeven. We hebben ze de komende jaren niet nodig.

We gaan de zelfde weg terug en het zicht is beter dus zien we nu wat we op de heenweg gemist hebben en dat is de moeite waard! De bagage in het hotel afgegeven en door naar het bedrijf dat het transport van de auto verzorgd. Binnen een kwartier was de zaak geregeld en zaten we in een taxi terug naar het hotel. Ik had een kamer met bergzicht geboekt….. wel een heel mooi uitzicht op Down Town maar de achterliggende bergen hebben we tot op dit moment niet gezien.

Gisteren dan de stad in waar niet zo heel veel te zien is. Er is een klein oud gedeelte met als grootste bezienswaardigheid een stoomklok die elk kwartier een geluid produceert wat op het volle uur een korte melodie is. We lunchen uitgebreid en gaan naar het mooie aquarium om de dag vol te maken. Het eind van een hele mooie tijd in west Canada zit er op.

Morgen naar huis, en dat is ook weer best heel fijn!

 

USA | Maryland | Virginia

 

Washington DC :  06.08.2016

Het heeft even geduurd maar onze auto is in Baltimore. We gaan er heen om hem op te halen en twee weken rond te reizen. Na een goede vlucht komen we in de middag aan in Washington. Met de taxi naar ons hotel vlak bij Union Station

We gaan nog wat drinken en aan ons terras komt een man voorbij met een hond die een karretjetrekt met de tekst “PIT BULLS FOR TRUMP”, De verkiezingen komen er aan en dit is overal al te zien,
daarna zoeken we het busstation op en duiken het bed in.

Met 6 uur tijdsverschil zijn we de andere morgen vroeg wakker, gaan ontbijten en lopen naar de bus die ons naar Baltimore brengt. Een uurtje later zijn we daar. Een taxi brengt ons naar het expeditie bedrijf. Omdat het buiten het centrum is vraagt ze naar onze mening veel te veel geld voor de rit, maar nou ja….

 

Binnen staat hij dan, banden op pompen en rijden maar. Het is heel warm, dikke 36 graden. We parkeren bij een winkelcentrum onder een boom en bouwen alles weer op het dak wat daar hoort. Dat is dubbel zweten! We doen inkopen en gaan naar het noorden, omdat daar de garage is waar we maandag zijn moeten. We vinden een mooie grote camping waar we twee nachten blijven. Even bijkomen.
Maandag morgen naar de garage. We laten hem daar achter voor een grote beurt.
We nemen een huurauto en gaan naar Gettysburg. Daar heeft de beslissende slacht in de Amerikaanse burgeroorlog plaats gevonden. Je kunt met de auto een route rijden over het slachtveld. In Gettysburg is verder niet veel te beleven. We konden nog geen kopje koffie drinken omdat op maandag alles dicht zat.
Dan naar Annapolis, de eerste hoofdstad van de USA, aan het water. Een gezellige oude binnenstad. Gebeld met de garage, gelukkig geen al te grote gebreken, en kunnen de auto morgen weer ophalen. De auto opgehaald, viel gelukkig mee, geen grote reparaties en de banden gaan nog wel 10.000 km mee.

We gaan naar de Blue Ridge Mountains in Virginia. Een berg rug waar in de twintiger jaren van de vorige eeuw als werk project een weg werd aangelegd de Skyline Drive. Hier zijn meerdere campings en het bevalt ons zo goed, omdat het op 1000 m hoogte koeler is, dat we er 5 nachten blijven. Op de camping hangen overal waarschuwingen hoe om te gaan met beren. Leek ons wat overdreven. Er liepen reeën, eekhoorntjes, knaagdiertjes, maar beren…..Komen we terug van een kleine wandeling staan er mensen te wijzen, en jawel een kleine beer komt uit een boom en huppelt weg.

Op de camping zijn we weer de kleinste maar meest bezienswaardige “camper”Al heel wat keren hebben we ons verhaal verteld en alle mogelijkheden van ons ruimte wonder laten zien. We doen dat natuurlijk graag en met trots.

We moeten toch weer verder en dalen weer af in te hitte. Bezoeken kort de historisch binnenstad van Staunton. Verder richting kust, we rijden de plantage route. In de stromende regen bezoeken we er een paar. Als we op de camping komen is het gelukkig weer droog.
De volgende dag rijden we in Yorktown wat verkeerd en belanden per ongeluk in de goed behouden historische kern. In de 17e eeuw begon het hier allemaal, we lopen wat rond en gaan naar de volgende state park camping. Hier maken we de auto schoon, doen de was en gaan weer richting Baltimore.

Op naar naar Lusby waar we langs gaan bij een echtpaar die we op een van de campings troffen en die ons uitnodigde bij hun te komen als we in de buurt waren. We wisselen onze reis ervaringen uit, zij waren ooit 12 jaar met hun boot onderweg. Na een gezellig avond aan de haven en een kleine rit door de omgeving nemen we afscheid en gaan naar ons hotel. Na 7 nachten ( zoveel nachten achter elkaar hadden we nog nooit in de auto geslapen) eindelijk weer een echt bed!Nu de auto wegbrengen naar Baltimore. Morgen naar Washington.

De auto rijdt toch niet lekker en de banden maken een ratelend geluid. Jos wil bij een banden centrum langs. We komen er een tegen, gaan er naar toe, maar ze hebben geen tijd. Misschien zien we er nog meer.

Zo’n 10 km voor we bij ons hotel zijn  hebben we geluk. Het is er zo te zien niet zo druk. Jos legt het probleem uit. Is het alsof je een helikopter hoort, zegt de man, kijk dat ligt hier aan en wijst naar de band, zaagtand effect. Het beste is nieuwe er op..
Ja, dat dachten wij dus ook al een hele tijd. Jos had de afgelopen maanden al op internet gekeken en kon ze precies vertellen welke banden er op moeten.
De man duikt in de computer en zegt; over 20 minuten heb ik ze hier, jullie gaan eten en over een uur zitten ze erop. En zo was het!

Om half 3 waren we bij ons hotel, de auto uitgepakt, en  precies om 3 uur waren we weer bij het bedrijf waar we de auto op hadden gehaald en waar hij de komende maanden, als een stout kind, in een hoek van een grote hal op ons mag gaan staan wachten met zijn mooie nieuwe glimmende banden.

We overnachten vlak bij de auto en gaan de andere morgen met de taxi naar Washington. Kost ons net zo veel als met de bus+taxi op de heen reis, en we hoeven niet met de tassen te sjouwen.
Al voor 11 uur checken we in en gaan daarna te voet richting Witte Huis. Het is weer heel warm maar rustig in de stad, zaterdag en zomertijd. Natuurlijk wel veel toeristen.

Het Witte Huis is van vrij dichtbij te zien. Natuurlijk staan er mensen te protesteren, sommigen al jaren. Het is te warm om te voet verder te gaan. Lunchen dan maar en daarna terug naar het hotel in de koele kamer. Veel restaurants zijn dicht in het weekend, we gaan vanavond calamaris eten, zei Jos, dat leek mij een zeer optimistische opmerking gezien het voorgaande. Maar hij had weer eens geluk. Spaans restaurant met terras niet te ver van hotel en hele lekkere tapas, ook calamaris. Daarna nog wat rondgelopen maar het zijn allemaal bureaus dus is er niet veel te beleven.

Zondag nemen we de hop on hop of bus en doen alle routes, zodat we alle bezienswaardigheden zien. ’s Morgens waren we al door de wijk Georgetown gekomen, kleinschalig, veel winkels en restaurantjes, gezellig dus. Hier zijn we dan weer naar toe gegaan om te lunchen. Aan het eind van de dag konden we geen bus meer zien.

Washington is een aangename stad waar je best veel tijd kunt doorbrengen. Er zijn veel museums die we allemaal nog een keer gaan bezoeken……
We komen hier terug, de auto wacht….

 

USA I Pennsylvania

Lancaster : 15.04.2017

Heel Vlot door de douane in DC Taxi bellen. Hij stond er nog niet, had ons niet zo snel verwacht. Zittend in de taxi vraagt Jos mij , heb je de auto papieren bij je ? Ik ; denk het wel moet in mapje zitten. Toch maar controleren, nee dus! Wat nu, onze redder in nood, Florian bellen die God en de wereld kent ? Heeft hij contacten in NY of Boston? Eerst het thuisfront op zoek, zit niet in de doos waar hij zou moeten zijn. Een paar weken voor ons vertrek had Jos assistente ze nodig.

 

Dus daar navragen, zitten ze in de Defender map, bij haar op kantoor! Dus terug naar plan A,

Gelukkig kent Florian iemand die werkt in New York en het weekend in East Hampton op Long Island doorbrengt. Het een en ander wordt geregeld maar kost wat tijd. Dit dwingt ons, wat heel goed is, heel rustig die kant op te gaan.

Eerst natuurlijk de auto opgehaald die keurig in de loods klaar staat waar we hem hadden achtergelaten. Eerst boodschappen doen en dan richting Lancaster County waar we een camping vinden tussen de Amish boerderijen

De camping is net ontwaakt uit zijn winterslaap, de stacaravan bewoners beginnen net weer met het zomer klaar maken van hun plek. Een mager zonnetje schijn door de kale takken met hier en daar een klein groen blaadje. De eerste nacht is het weer wennen, vooral aan de temperatuur, maar dat wisten we…

De volgende dag de omgeving bekijken. We verwonderen ons er over dat de Amish niet allemaal bij elkaar wonen maar verspreid met gewone boerderijen er tussen, en dat ze dan toch hun eigen manier van leven en werken behouden

 

 

 

Zondagmiddag’s is er op de camping een Blue grass sessie, de (oude) mannen maken muziek en hun vrouwen zitten er gezellig bij met hun breiwerkje

Ook wij genieten er even van.

 

We vertrekken naar Philadelphia, de zon schijnt en het wordt onverwacht warm. We hebben een hotel geboekt op de Navy Harber, ietwat buitenaf maar we moeten altijd een veilige parkeerplek zien te vinden voor onze auto. Hier moeten we aan een slagboom voorbij, het terrein is nieuw ontwikkeld met nieuwe kantoren enzo. In de haven liggen nog wel de marine boten

 

We gaan met een taxi de stad in, bekijken de gebarsten vrijheid klok in het Liberty Bell Center vanbuiten door het raam, en maken een foto van de Independence Hall

Intussen is het zo’n 30 graden en we slenteren nog wat rond op zoek naar een leuk restaurant, we komen terecht in een Cubaans restaurant, met een mini terrasje waarop ze een plekje voor ons hebben. Onverwacht heel goed gegeten!

 

De volgende morgen richting zee, maar het begint te regenen en de eerste camping die we daar vinden is er ook nog niet klaar voor en de motels zien er ook niet al te aantrekkelijk uit, allemaal dicht aan de grote weg. We besluiten door te rijden richting noord, New York.

Vind op de App een National Statepark (NP) camping ongeveer 30 km ten zuiden van NY. We hebben goede ervaringen met NP campings en hopen dat deze al open is. En dat is hij, de regen is opgehouden en een zonnetje schijnt, we hebben een hele royale plek op een bijna lege camping met de eerste groene blaadjes aan de bomen. Wel fris maar fijn zodat we besluiten hier 2 nachten te blijven.

Dongola: 25.01.2020

In Sudan zijn de rest van de reis onderweg met 7 auto’s met chauffeur, 1 pick up met kok en hulpkok en extra onze Sudanese gids Mussa.